Behoud van SEH noodzakelijk
Op 9 juni bracht de gemeenteraad van Goeree-Overflakkee een bezoek aan Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis na een verontrustend advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat eerder dit jaar werd gepubliceerd. In het advies ‘passende acute zorg’ wordt onder andere gesproken over het verminderen van het aantal Spoed Eisende Hulpposten (SEH’s) in Nederland. De SEH van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis zou door dit advies kunnen verdwijnen uit de regio. Het ziekenhuisbestuur, de gemeenteraad en huisartsen zijn het niet eens met laatstgenoemde en gingen hierover met elkaar in gesprek.
De consequenties van het mogelijk verdwijnen van de SEH in Dirksland zijn groot. “Beschikbare, bereikbare en goede medische zorg is heel belangrijk voor Goeree-Overflakkee”, zo stelt burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman namens de gemeenteraad. “Het is onwenselijk dat de spoedeisende hulp uit Dirksland verdwijnt. Dat brengt een domino-effect op gang met gevolgen voor de hele zorgketen, maar ook voor bijvoorbeeld de lokale economie, leefbaarheid en werkgelegenheid. De SEH moet blijven. Voor Goeree-Overflakkee, voor de regio.”
Consequenties verdwijnen SEH
De NZa publiceerde in maart het rapport waarin ze stellen dat de acute zorg anders georganiseerd moet worden om het toegankelijk en betaalbaar te houden voor iedereen. Deze verbeteringen zijn nodig omdat de vraag naar acute zorg toeneemt en er tegelijkertijd ook een tekort is aan zorgprofessionals. SEH’s moeten daarom geconcentreerd en verminderd worden en er moet intensiever worden samengewerkt in de regio. Van dat laatste advies is het bestuur van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis ook overtuigd. Al jaren werkt het ziekenhuis samen met diverse (ouderen)zorgorganisaties in de regio om altijd en aan iedereen goede zorg te kunnen leveren. 24 uur per dag, 7 dagen per week.
Vanwege de centrale rol van de acute zorg in de zorgketen is deze samenwerking cruciaal. Directeur van Zorggroep Haringvliet, Han Gloudemans: “We moeten als ziekenhuisbestuur, gemeenteraad en huisartsen gezamenlijk op zoek naar een toekomstbestendige oplossing voor deze situatie”.