Als u bent opgenomen in het ziekenhuis, dan komt de ziekenhuisdiëtist bij u langs als er risico is op ondervoeding door ziekte. De ziekenhuisdiëtist wordt ook ingeschakeld als er sprake is van sondevoeding, voeding via een infuus of andere condities waarbij voeding een rol speelt, zoals een ontsteking van de alvleesklier of als kauwen en slikken (tijdelijk) niet meer gaat of als er voedingsaanpassingen nodig zijn door bijvoorbeeld darm-, hartklachten.
Is er na ontslag uit het ziekenhuis nog zorg nodig, dan wordt u doorverwezen naar een diëtistenpraktijk. Krijgt u het advies om dieetpreparaten, drinkvoeding of sondevoeding te (blijven) gebruiken, dan vraagt de ziekenhuisdiëtist deze voeding met een machtiging voor u aan, waarna u de voeding thuis geleverd krijgt. Bent u bij een trombosedienst aangemeld, dan dient u zelf door te geven dat u drink- of sondevoeding gebruikt.