Dokters, maar ook verpleegkundigen gebruiken soms moeilijke woorden. Dat doen ze niet expres, zodat jij niet begrijpt waar ze het over hebben, maar dat is gewoon een echte “ziekenhuistaal”. Onderling begrijpen ze waar ze het over hebben en dat is belangrijk. Maar jij wilt ook wel weten wat ze nu bedoelen. Daarom hebben een lijst met veelgebruikte moeilijke voor je gemaakt. Als jij iets niet begrijpt, mag je dat altijd gelijk vragen.
A | Alvleesklier | De klier die insuline maakt. Een moeilijk woord voor alvleesklier is pancreas. |
Anamnese |
Een hele lijst met vragen die eerst de dokter en later ook de verpleegkundige aan je stelt als je wordt opgenomen. |
|
|
Anesthesist | De dokter die je in slaap brengt als je geopereerd moet worden. De “slaapdokter” dus. Die slaap noemen we narcose en dan merk je niet dat ze je aan het opereren zijn en lig je heel stil. |
Apotheek | De afdeling waar alle medicijnen gemaakt / klaargezet worden. | |
B | Bacterie | Hele kleine beestjes die je niet kan zien. Sommige bacteriën zijn goed voor je, maar er kunnen soms ook bacteriën in je lichaam zitten die je ziek maken |
Bloeddruk | Bij veel kinderen wordt in het ziekenhuis de bloeddruk gemeten. Dat doen we met een bandje om je arm die wordt opgeblazen. Aan je bloeddruk kunnen we zien hoe jouw hart bloed door je lichaam pompt. | |
Bloedsuiker | De hoeveelheid glucose (bloedsuiker) die in je bloed zit. | |
Box | Een kamer waar maar één bed in staat. De kinderen die in een box liggen hebben meestal een ziekte bijvoorbeeld diarree of verkoudheid die besmettelijk is voor andere kinderen. Daarom mogen ze niet van de hun kamer af, omdat dan andere kinderen op de afdeling ook ziek kunnen worden. We noemen het ook wel een isolatiebox. Of soms zijn kinderen zo zwak dat ze heel makkelijk ziek kunnen worden. Omdat dat niet mag gebeuren moeten deze kinderen extra beschermd worden. Daarom liggen ze dan alleen op een kamertje, zodat ze niet ziek kunnen worden van de zieke kinderen op de afdeling. | |
C | Chirurg | De dokter die kinderen opereert als dat nodig is. De chirurg komt ook elke dag kijken bij de kinderen die hij heeft geopereerd. |
Controle | Als de verpleegkundige de controles komt doen, betekent dit dat ze je temperatuur opneemt, jouw bloeddruk meet, je hartslag telt en soms nog meer. Zo weet ze hoe het met je gaat. De verpleegkundige bespreekt al die controles weer met de dokter. Zo houden ze jou met elkaar goed in de gaten. | |
Couveuse | Een wiegje van glas, waarin het heel lekker warm is. Hierin liggen baby’s die te klein zijn of die te vroeg geboren zijn of die heel ziek zijn. Die baby’s kunnen zich vaak nog niet zelf warm houden en daarom liggen ze in een warm bedje. Door het glas zijn ze wel goed te zien. | |
CT-scan | Bij dit onderzoek worden er heel veel foto’s van je lichaam gemaakt. De dokter kan dan op de foto’s zien hoe het in jouw lichaam gaat. Je moet voor dit onderzoek op een bed gaan liggen en ook heel stil blijven liggen. Je wordt met bed en al in een heel groot fototoestel geschoven. | |
D | Def. | Een afkorting van defecatie. Een moeilijk woord voor ontlasting, oftewel “poep”. |
Diabetes | Een stofwisselingsziekte, waarbij er teveel glucose (bloedsuiker) in je bloed komt. Zetmeel en suikers (koolhydraten) worden in het lichaam omgezet in glucose. Het bloed vervoert de glucose naar de lichaamscellen, die de glucose als brandstof gebruiken. De brandstof is nodig om te leven, te bewegen, te groeien, te spelen en te denken. | |
Diagnose | De reden waarom je in het ziekenhuis bent opgenomen. Soms is dat niet meteen duidelijk, maar duurt het even voor alle uitslagen van onderzoeken bekend zijn en de dokter precies weet wat je mankeert. | |
Dieet | Soms mag je een poosje of voor altijd bepaalde dingen niet meer eten, omdat dat je ziek maakt. Je krijgt dan een lijst met voedingsregels. Dat noemen we een dieet. Een dieet is ook belangrijk als je af moet vallen of juist dikker moet worden. | |
Dossier | De map waarin alle gegevens over jou verzameld en opgeschreven worden. De dokter heeft zo’n dossier, dat noemen we het medisch dossier. De verpleegkundige heeft ook zo’n map, dat noemen we het verpleegkundig dossier. | |
E | E.C.G. | Afkorting van ElectroCardioGram. Dat is een onderzoek van je hart. Je krijgt stickers op je borst geplakt en op het scherm kan de dokter zien hoe het met je hart gaat. |
E.E.G. | Afkorting van Electroëncefalogram. Dat is een onderzoek van je hersenen. Je krijgt dan een soort badmuts op met draadjes eraan. De dokter kan dan zien hoe de soort stroomgeleiding in je hoofd is. | |
Emla-pleister | Een zalf waar een pleister overheen gaat. Dit wordt meestal op je hand of op je arm gesmeerd als je een prik krijgt. Die zalf verdooft de huid, zodat je de prik bijna niet meer voelt. |
|
G | Gastro-enteritis | Een infectie waarbij je last hebt van je maag en je darmen. Je spuugt en hebt ook diarree. Dat is erg besmettelijk en dus lig je dan op een box. |
I | Infectie | Als je een infectie hebt ben je ziek omdat er bacteriën of virussen in je lichaam zitten die er niet horen. Die kunnen overal zitten. Bijvoorbeeld in je longen, of in je darmen. |
Infuus | Een heel dun buisje dat in je bloedvat geprikt achtergelaten wordt en waardoor je vocht en medicijnen krijgt. Er zit dus geen naald in je bloedvat! | |
Insuline | Insuline is een hormoon dat wordt aangemaakt in de alvleesklier. Het zorgt ervoor dat de glucose (bloedsuiker) in je lichaamscellen komt. Heb je diabetes dan maakt de alvleesklier weinig of geen insuline aan, of je lichaam reageert niet goed op de insuline. | |
K | KNO-arts | De Keel-, Neus- en Oorarts. |
L | Lockje | Hetzelfde als een infuus, maar er wordt op dat moment geen vocht door gegeven. |
M | Mictie | Een moeilijk woord voor urine, je plas. |
Monitor | Een soort computer die je hartslag, je ademhaling en ook het zuurstofgehalte in je bloed in de gaten houdt. Daarvoor krijg je drie plakkers op je borst geplakt en ook een klein zacht knijpertje aan je teen of om je vinger. Die plakkers zitten met draadjes in een stekker vast aan die computer, de monitor. In de zusterpost kunnen de dokter en verpleegkundigen ook op een grote monitor alle kinderen die aan een monitor zitten in de gaten houden. | |
N | Narcose | Zo heet de slaap als je wordt geopereerd. De slaapdokter (anesthesist) zorgt ervoor dat jij in een diepe slaap bent als je wordt geopereerd. Voor sommige vervelende onderzoeken gaan de kinderen ook even “onder narcose”, zoals de dokter dat noemt. Je merkt dan niet wat er met je gebeurt en je blijft ook nog eens heel stil liggen. |
Nuchter | Zo noemen we de periode als je een tijd niet mag eten en drinken. Dit kan gebeuren omdat je bijvoorbeeld onder narcose moet gaan of dat je een onderzoek krijgt, maar ook als je heel ziek bent is het soms beter als je even niet eet en drinkt. Je wordt dan “nuchter gehouden”. | |
O | Observatie | Observeren betekent dat je iets heel goed in de gaten houdt. Sommige kinderen worden opgenomen “ter observatie”. Dan kijken de dokter en verpleegkundigen dus heel goed naar jou. Bijvoorbeeld als je een hersenschudding hebt, dan moet je soms een nacht blijven “ter observatie”. Er wordt dan gekeken hoe het met je gaat en of je niet zieker wordt, of je wel alles weet wat we aan je vragen en of je geen hoofdpijn hebt |
Obstipatie | Als je een tijd niet kan poepen en er daardoor veel ontlasting in je darmen zit, kun je daar behoorlijk last van hebben. Dit noemen we obstipatie. | |
Orthopeed | De dokter die alles weet van je botten en alles wat met bewegen te maken heeft. | |
R | Röntgenfoto | Foto’s van je botten of andere dingen in je lichaam waarvan de dokter denkt dat er misschien iets mee aan de hand is. Ze worden gemaakt met een heel groot speciaal toestel op de röntgenafdeling. |
S | Saturatie | Het zuurstofgehalte in je bloed. Dat wordt gemeten met een zacht knijpertje aan je teen of aan je vinger waar een klein rood lampje aan zit. Het is een maat of je goed ademt. |
Sonde | Een dunne slang die via je neus naar je maag gaat en waardoor vocht en voeding en soms ook medicijnen door gegeven kunnen worden. | |
Steriel | Iets is pas steriel als het heel schoon is en er helemaal geen bacteriën meer aan zitten. | |
Stethoscoop |
Dat wat de dokter in zijn oren doet en waarmee hij naar je hart of longen of buik luistert. |
|
|
|
|
V |
Visite |
Of “artsenvisite”. Zo noemen we dat als de dokter, of soms wel meerdere dokters tegelijk, naar jou komen kijken, maar ook als de dokter een poosje met de verpleegkundigen praat over jou en jouw ziekte. |
|
|
|
Z |
Zusterpost |
Zo noemen we het kantoor bij de balie waar de artsen en verpleegkundigen vergaderen, hun administratie bijhouden en ook koffiedrinken. |