HomeKinderwebsiteOnderzoekLongfunctieonderzoek

Longfunctieonderzoek

Met een longfunctieonderzoek meten we hoeveel lucht je kunt inademen en hoeveel lucht je hard weer kunt uitblazen. Zo kunnen we zien hoe je longen werken. Het onderzoek duurt maximaal 30 minuten. Je vader of moeder mag mee, net als je knuffel.

Wat gaat er gebeuren?

  • Je meldt je bij de polikliniek Kindergeneeskunde.

  • De longfunctieanaliste laat je eerst het apparaat zien en vertelt wat je moet doen. Als je het fijn vindt, mag een van je ouders tijdens het onderzoek bij je blijven.

  • Als eerste krijg je een apparaat waarop je moet blazen. Ondertussen doe je op de computer een soort spelletje. Door te blazen op het apparaat breng je op de computer een luchtballon van de ene kant van het scherm naar de andere.

  • Aan het volgende apparaat zit een mondstukje. Dit krijg je in je mond en je krijgt een knijper op je neus. Je kunt gewoon ademen door het mondstuk. De longfunctieanaliste vertelt je wanneer je moet inademen, uitademen of blazen voor het onderzoek.
  • Ook nu doe je weer een spelletje op de computer. Door in en uit te ademen, beweeg je een bowlingbal waarmee je kegels kunt omgooien.

  • Het kan zijn dat je pufjes krijgt en even een kwartiertje in de wachtkamer moet wachten tot het medicijn werkt. Daarna doe je de onderzoeken nog een keer.

  • Misschien ben je nu klaar met het onderzoek. Het kan ook zijn dat de dokter wil weten hoe je ademt na beweging. Dan ga je nog traplopen.

  • Na het traplopen hebben ook je longen hard moeten werken. Het apparaat meet hoeveel lucht je dan kunt inademen en uitblazen. De longfunctieanaliste vertelt je precies wat je moet doen